Gaten in de markt moeten Nederlanders – die bekend zijn met gaten in de kaas – wel aanspreken. Natuurlijk zijn gaten in de kaas wel wat anders. Ikzelf eet bijvoorbeeld al meer dan 65 jaar helemaal geen kaas, maar ik heb zoveel kaas en zakelijke mogelijkheden gezien, dat ik mij wel iets kan voorstellen bij gaten in een markt. Bovendien kunnen Nederlanders, die met voor Hongarije nieuwe toeristische en andere initiatieven zakelijke activiteiten beginnen, de Hongaarse toeristische en andere markten helpen stroomlijnen, secundair werkgelegenheid creëren en daarmee Hongarije helpen.Om meer concreet over het Hongaarse toerisme te praten, Hongarije heeft een toeristische geschiedenis die ik al vaker uitvoerig heb beschreven.

Samengevat: toen in het verleden het toerisme nog volledig door de Hongaarse staat werd beheerst, werd gemakshalve alleen op, en met, hotels gerekend, met toeristengroepen die in touringcars arriveerden, door de staat getrainde gidsen voorde begeleiding, kortom, voor iedereen een hapklare brok. De Hongaarse achtergrond was dat deelnemers aan groepen met groepslijsten gemakkelijk te registreren en te controleren waren. De door de Staat getrainde gidsen spraken meestal de taal van de toeristen, dus vertalingen in musea en bezienswaardigheden waren niet nodig en daarnaast, groepen kregen groepsmenu’s die voor de restaurateurs en restaurant inkopers veel gemakkelijker waren dan menu’s voor toeristen die ieder voor zich verschillende gerechten met verschillende ingrediënten bestelden. Tenslotte was het veel gemakkelijker om programma’s voor groepen te organiseren, dan af te wachten of voldoende liefhebbers zich voor programma’s aanmeldden om de programma’s lonend te organiseren. Een schitterende en logische gedachtegang zolang toeristen zich als een soort kuddedieren gedragen. Dat bedoel ik niet slecht of discriminerend. Ik realiseer mij dat toeristen soms angst kunnen hebben voor het gebruik van vreemde talen, zeker wanneer een vreemde taal – zoals het Hongaars – nauwelijks aanknopingspunten heeft met de bekende Latijnse-, Germaanse- of Angelsaksische- talen. Ook zijn er toeristen die vanwege diverse achtergronden of angsten meer begeleiding willen en verder zijn er nog toeristen die veronderstellen dat hun vakantie met begeleiding completer en zorgelozer uitpakt dan eenzelfde vakantie zonder begeleiding.

In het begin werd in Hongarije geen rekening gehouden met individuele toeristen. Toeristen die zelf op verkenning wilden gaan en zelf wilden kiezen wat ze wilden eten en drinken. Zulke toeristenwaren misschien, of vormden zelfs wel, politieke risico’s. Op campingtoeristen werd al helemaal niet gerekend en toen campingtoeristen onmiskenbaar aanwezig waren werd de campingbranche – in tegenstelling tot de hotel-, motel-, en “Zimmer-Frei”- branche nauwelijks als een specifieke branche erkend. De evolutie naar individueel toerisme werd eigenlijk pas ingezet nadat het vrije privébedrijf al enigszins en als nieuwigheid gesetteld was. We praten over de 70-er jaren. Nu zou alles anders kunnen zijn. De mobiliteit van de toeristen is dramatisch toegenomen: vliegtuigen – die tegenwoordig gemeen goed zijn – bieden kortere reistijden, er zijn meer, modernere en comfortabeler auto’s, nog afgezien van de grote aantallen campers en caravans die de toeristen naar oorden en plaatsen brengen waar ze vroeger zelfs niet van zouden dromen. Voor West Europeanen is dat een waarheid en een realiteit waar ze langzaam in opgegroeid zijn. Een toeristische levensstandaard waarin professionals in zijn opgeleid. Anders dan de inwoners van landen zoals Hongarije die geen vergelijkbare kennis en praktijk ervaring hebben en geleid worden vanuit ministeriële afdelingen, die bemand zijn door ambtenaren die in de oude tijd zijn opgeleid of – wanneer ze daar te jong voor zijn – door leerkrachten uit de oude tijd, die zelf met de oude mentaliteit en kennis zijn grootgebracht. Niemand valt in zo’n situatie iets te verwijten, tenzij de vorige, de vroegere evolutie en het vroegere systeem nu nog zinvol iets verweten kan worden.

Over het resultaat heb ik ook al vaker geschreven. Vanuit de gedachte dat hotels het summum in toerisme vertegenwoordigen, is vergeten dat toeristen behoefte hebben aan alle mogelijke soorten van bezienswaardigheden en andere belevenissen dan ze thuis hebben. Natuurlijk, er zijn musea, maar waar zijn de vertalingen in de musea? Voor de natuurliefhebbers zijn er wandelroutes, arboreta en botanische tuinen, maar die bieden vaak genoeg zelfs geen duidelijke Hongaarse uitleg, laat staan uitleg in vreemde talen. Campings en kampeerplaatsen zijn nog altijd geen object voor overheidssteun en ontstaan vaak – uit kosten besparende overwegingen – op plaatsen zonder directe toeristische meerwaarde en blijven daardoor niet alleen klein maar ook zonder of met een minimaal aantal toeristen. Hongarije heeft wel een groot aantal goed gefrequenteerde thermaal baden die met overheidshulp een interessante ontwikkeling door maken, maar nog interessanter kunnen zijn wanneer de thermaalbad- en therapietoeristen behalve het warme water en de fenomenale Hongaarse gastronomische lekkernijen, ook andere recreatieve attracties ter beschikking krijgen.De zwakheden in het Hongaarse toerisme die ik hier – niet van harte – beschreven heb, zijn de sterke en krachtige punten van de West Europese en Nederlandse toeristische praktijk. In welk land worden de toeristen beter en meer gevarieerd bezig gehouden dan in Nederland, in de Benelux, en uiteindelijk in heel West Europa? Die ontbrekende kennis en de ontbrekende ervaring kan het bestaande toerisme in Hongarije snel opwaarderen tot een West Europees niveau. Niet dat de Nederlanders nog meer hotels en campings moeten gaan bouwen. Liever niet zelfs, want een slaapplaatsen overcapaciteit is al ruimschoots aanwezig. Het gat in de Hongaarse toeristische markt is de techniek tot het vinden en bieden van mogelijkheden om de tijd van toeristen aangenaam te vullen met recreatieve attracties. Een recreatief toerisme waarmee de toeristen met plezier langer blijven en zelfs terug willen komen. Nederlandse toeristische vakmensen zullen zeker wel aanvoelen hoe zij aan de wensen van toeristen kunnen voldoen. Zo niet, dan kunnen ze altijd bij mij terecht! Bijvoorbeeld voor het opzetten van wegrestaurants langs gefrequenteerde wegen met veilige speelplaatsen voor kinderen en midget of minigolf tuinen voor de ouderen, waardoor zelfs eenvoudige restaurants attracties worden; kruidentuinen in samenwerking met landbouwscholen of natuurvrienden verenigingen, in coöperatie met natuurgeneeskundigen; cosmetica handel, demonstratie- of proefkeukens; enzovoorts.

Hongarije is onder voorbehoud nog altijd een goedkoop land. Ook voor investeerders. Alleen Hongaarse financieringen zijn duur en voor vreemden lastig te krijgen. “Nieuwelingen” die geld of financieringen van thuis meebrengen zijn zeker goedkoper uit dan elders.

Een aspect, een onderwerp, om de volgende keer over te schrijven, is de in Hongarije overbekend gemaakte maar niet begrepen afkorting TDM: Tourism Destination Management. Een uitstekende methode om verblijfstoerisme en recreatietoerisme op een nuttige wijze te coördineren.